Vroeger stelde ik vissers bij plaatselijke plassen vaak deze vraag, maar nooit vond ik iemand die de gevangen vis mee naar huis nam en lekker bereidde. Waarschijnlijk zwemt er weinig ‘goede’ vis rond in de lokale plassen…
Eigenlijk is er nog een derde optie, maar daar heb ik nog nooit van gehoord: de gevangen vis meenemen en thuis voor zorgen. Maar als wij ‘vissers van mensen zijn’ (net als Petrus), dan is deze derde optie eigenlijk de optie waar we ons op moeten richten. Aan de hand van deze beeldspraak wil ik vragen (het klinkt misschien een beetje gek): Wat doen we met gevangen vis?
Wat doen wij als gemeente dan met de mensen die binnen worden gebracht? Laten we ze dood gaan op het droge? (nadat we blij zijn dat ze ‘gevangen’ zijn). Zorgen we voor goed voedsel, water op temperatuur en de beste groeimogelijkheden? (voor bovenstaande snoek en prooi gaat dit verhaal niet op 😉
Dit zijn vragen die mij dagelijks bezighouden en ik hoop dat we ze als gemeente kunnen oppakken. Welke rol zou jij daarin kunnen spelen? Ik hoop dat je daar eens over wilt nadenken. Een paar kleine praktische vragen voor nu: Spreek je tijdens de koffie wel eens met onbekenden? Zit je af en toe naast mensen die je nog niet kent? Nodig je bezoekers wel eens uit om mee te gaan na de dienst?
Ik wens je een gezegende maand toe en bid dat we als gemeente uitblinken in de opvang van ‘nieuwe mensen’ die aan ons als gemeente worden toevertrouwd.